Skip to main content


Pleybrug Arnhem

Wij kennen VPTZ en noemen die ook als het nodig is.

“Het is fantastisch dat VPTZ er is. Voor mantelzorgers is het heel fijn dat ze ondersteuning kunnen krijgen. Veel van hen hebben het best zwaar. Zeker als het lang duurt. VPTZ biedt een schitterende ondersteuning van de professionele zorg. Die hulp is ontzettend belangrijk. Het geeft mantelzorgers de rust en de ruimte om het vol te houden in de laatste fase.”

Elke Dominicus
Hoofd behandelteam Transferbureau Rijnstate Ziekenhuis

Elke Domincus laat er geen twijfel over bestaan hoe belangrijk zij het werk van VPTZ vindt. Ze is hoofd van de afdeling transferverpleegkundigen in het Rijnstate Ziekenhuis. Hier werken vijftien mensen. Naast Elke zijn dat twee secretaresses en twaalf transferverpleegkundigen. De afdeling is een spin in het web tussen het ziekenhuis en de vele externe partijen op het gebied van zorg. Elke: “Zorg is ingewikkeld. Er is veel wet- en regelgeving en een complex zorglandschap, waarbij veel organisaties zijn betrokken. Wij zijn de schakel tussen de externe zorg en het ziekenhuis. ”

Elke ziet vooral in deze tijd van individualisering de meerwaarde van een organisatie als VPTZ. “Meer nog dan vroeger is die hard nodig. Ik kom uit een dorp en heb een groot sociaal netwerk. Dat geldt niet voor iedereen. De wereld is zo gehaast. We moeten zoveel dat het helpen van anderen niet meer vanzelfsprekend is. Terwijl dit van essentieel belang is om de mantelzorger op de been te houden. De professionele zorg kan dat niet. Die heeft daar geen tijd meer voor.”

Rijnstate werkt al een jaar of achttien met een afdeling transferverpleegkundigen. Een afdeling die de zorg coördineert voor patiënten die uit het ziekenhuis weggaan, maar thuis nog wel zorg nodig hebben. Elke: “Wij regelen dat een patiënt die wordt ontslagen alle noodzakelijke zorg krijgt zodat hij of zij op een verantwoorde wijze naar huis kan. Samen met de afdeling, de patiënt en de familie bekijken we wat er nodig is om naar huis te kunnen gaan. Daarbij houden we rekening met de wet- en regelgeving en welke aanbieders er zijn die deze zorg kunnen bieden. We proberen zoveel mogelijk aan de wensen te voldoen, maar dat lukt niet altijd. Soms moeten we streng zijn en al te hooggespannen verwachtingen temperen. Dat kan omdat een bepaalde thuiszorgorganisatie een wachtlijst heeft, dat een verpleeghuis even geen plek heeft of dat er sprake is van hoogcomplexe zorg, waardoor een patiënt niet verantwoord naar huis kan.”

Elke is al jarenlang goed bekend met VPTZ, maar heeft er in haar werk niet direct mee te maken. “Er is een palliatief team in Rijnstate, van artsen en verpleegkundigen. Zij zijn betrokken bij patiënten in een terminale fase. Met hen wordt bekeken welke zorg of ondersteuning nodig is als mensen naar huis willen. Kan die zorg geleverd worden of moeten we naar een andere oplossing kijken? Wij kennen VPTZ en noemen die ook als het nodig is. Daar houdt het voor ons mee op. Het is aan de thuiszorg of de huisarts om dat verder te regelen. Maar het is duidelijk dat VPTZ waardevol werk doet. Het zorgt voor een de warme gloed op een moeilijk moment. Dat heb je nodig, de patiënt in zijn laatste levensfase en de mantelzorger die daar zo dichtbij staat.”